HET OUDERLIJK HUIS VAN MIJN VADER

Het huis is oud. De grijze marmeren gang die dwars door het huis loopt is op plekken gebarsten. Rechts een deur naar de woonkamer, dan de trap, en voor het toilet een gangetje naar de keuken. Links twee deuren naar een grote kamer en suite. In de woonkamer rechts zit opa, pet op, aan tafel televisie te kijken. Achter hem naast de buffetkast hangt prominent een portret van de eerste broer die vertrok. In de keuken zit oma op een stoel voor het fornuis. De aardappelen en groenten zijn gaar, het wachten is op de karbonades. Vork in de aanslag kan ze elk moment de aangekoekte vleesresten van de bodem van de pan gaan schrapen, ze heeft er al een scheutje water bij gedaan. Het is 1963.
Zes jaar eerder staan mijn net getrouwde ouders op de veranda voor de geopende voordeur. De schim die oma is staat achter hen in de donkere gang. Om de pilaren van de veranda dikke verhoute stengels van een wisteria. Vanaf de veranda is het een paar treden naar een grote voortuin met een pad rondom naar het hek aan straat. Veel gras, bomen en in het midden een vijver. Een oudere broer van mijn vader ging hem op deze plek op de veranda voor. In de daarop volgende jaren zou er nog meer getrouwd worden, afscheid genomen en geposeerd voor familieportretten. Mijn ouders weten het nog niet, maar ook zij zullen hier afscheid nemen. 
Aan het einde van de marmeren gang is een dwarsgang. Links en rechts deuren naar buiten. Rechtdoor, de aangebouwde tuinkamer door over een plaatsje, loop je zo de werkplaats in van opa’s banketbakkerij. Het ruikt overal heerlijk naar warm gebak en opa is beroemd om zijn appelflappen. Later zal de oudste broer de zaak overnemen. Die heeft in het appartement boven de winkel zijn intrek genomen. Hij is niet getrouwd, hij valt op jongens. In de woonkamer van zijn appartement heeft hij een modelspoorbaan aangelegd en op zolder wonen studenten. Maar dat is pas later, als de betonnen schutting gebouwd is tussen de twee huizen. 

Na mijn ouders trouwen er nog vier broers. Een traditiegetrouw op de veranda, de jongste broer achter bij de tuinkamer, de tweelingbroer  van mijn vader in een heel andere stad, en de eerste broer die vertrok in een heel ander land. Bij elke trouwerij wordt er gegeten en gedronken in de grote kamer links van de gang. En wordt er een familieportret gemaakt voor de veranda, met het huis en de wisteria als decor. Zelfs bij de tweelingbroer die in een heel andere stad trouwde. Maar niet bij het bruidspaar van achter bij de tuinkamer. Die snijden de taart aan voor de televisie in de woonkamer waarna de tafel gevuld wordt met soep en worstenbroodjes. Het feest kan beginnen. En nee, er wordt geen familieportret gemaakt. Oma is het er duidelijk niet mee eens in haar sombere zwarte jurk, maar wat kan ze doen.

Opa, pet op, zit op zijn stoel aan tafel voor de buffetkast. Op zijn schoot twee baby’s, mijn broer en zus. Hij lacht en houdt ze met moeite rechtop. 1960, de eerste broer is vertrokken naar het buitenland. Oma is niet beneden vandaag, ze ligt weer eens in bed. Net nog klonk het belletje waarmee de jongste zus naar boven wordt geroepen. Mijn vader staat bij het raam en kijkt naar opa met de baby’s. Hij is niet blij. Op de leeftijd van mijn broer en zus waren hij en zijn tweelingbroer naar een tehuis gebracht buiten de stad en hadden daar vijf maanden moeten blijven. De factuur zat in een doos met kinderspullen: ƒ484,10 voor 160 verpleegdagen en twee paar schoenen. Die schoenen.
De jongste zus komt binnen met een dienblad. Ze schenkt thee in en gaat tegenover opa zitten terwijl mijn moeder de zelfgebakken zandkoekjes uitdeelt. Buiten nadert een Solex. Het is de oudste broer. Mijn broer en zus verhuizen als vanzelf naar de schoot van de jongste zus. De oudste broer mag alleen kijken. 

Vier jaar later. De jongste zus woont nog als enige thuis. Mijn drie broers en zus racen op steps en fietsjes door de tuin van het oude huis. Ze hebben een hut gebouwd, mogen buiten op de veranda gebakjes eten en hebben het reuze naar hun zin. De woonkamer is speelkamer geworden, de tafel ligt bezaaid met tekeningen en spelletjes. Oma geniet er zichtbaar van. Elke avond wordt er samen gegeten in de grote kamer. Daarna pyama’s aan, nog even door de marmeren gang rennen en dan hop de grote trap op, tanden poetsen en naar bed. Er wordt wat afgelachen. Vanuit de zolderslaapkamers heb je een geweldig uitzicht over de stad.
In de tuinkamer staan koffers. Mijn ouders broers en zus gaan verhuizen. Naar het buitenland, de eerste broer die vertrok achterna. Hun huis is verkocht, de meubels zijn verscheept en bevinden zich nu ergens op de Atlantische oceaan. Zij zelf gaan vliegen. In afwachting van de grote reis logeren ze een paar weken in het oude huis. 
De tweelingbroer is ze een jaar eerder voorgegaan. Na zijn trouwen is hij in de hoofdstad gaan wonen. Twee van zijn drie zonen zijn al geboren wanneer hij besluit nog verder weg te trekken. De oudste broer op zijn Solex zit hem dwars. Er kan niet genoeg afstand genomen worden. Zijn tweelingbroer zal hij gaan missen, dat wel. 
De dag van het vertrek is aangebroken. Een beetje lacherig staan mijn ouders broers en zus op de veranda bij de wisteria. Opa, pet op, in zijn bakkersjas, staat er ook, hij heeft even vrij genomen. De oudste broer neemt de honneurs waar in de banketbakkerij. Jongste zus en jongste broer met vrouw staan bij de koffers. Ze gaan mee naar het vliegveld, de taxi’s kunnen elk moment komen. Oma staat in haar zwarte jurk in de deuropening. Nog één foto dan, bij het hek. Mijn jongste broertje op vaders schouders, broer en zus aan moeders rok en mijn oudste broer daar voor; hij kijkt verlegen in de camera. Het zit erop, het avontuur kan beginnen. De taxi’s beginnen te rijden, er wordt gezwaaid en dat is het dan; het huis verdwijnt uit zicht.

Een paar maanden later wordt in het buitenland een telegram bezorgd: “Moeder is gestorven”. Afzender: Jan. Even is er consternatie, is dit broer Jan van moeder of van vader? De tweelingbroer belt aan, het is oma. Zwijgend zitten de tweelingbroers op de bank. Van teruggaan voor de begrafenis is geen sprake. Er moet gewerkt worden, de vliegtickets zijn duur, en wie moet er dan op de kinderen passen? Het gaat eenvoudigweg niet. De eerste broer die vertrok komt de kamer binnen en omhelst de tweelingbroers. Ze openen een biertje, de herinneringen komen in volle vaart op ze af. Het huis, de tuin, de slaapkamers op zolder. Oma in bed. De eerste broer was dertien, de tweelingbroers nog maar zes. Oudste broer had zelfs even in de gevangenis gezeten nadat hij betrapt was in het park. De schaamte. De hele stad wist ervan. 

Opa en jongste zus wonen na oma’s dood een tijdje alleen in het oude huis. Op een dag loopt opa door de tuinkamer naar de werkplaats van de banketbakkerij en kijkt om zich heen. Er moet iets veranderen. Hij voelt zich oud, zo kan het niet langer. Hij roept zijn overgebleven kinderen bij elkaar. Het besluit is gevallen. Oudste broer neemt de banketbakkerij over, een andere broer gaat in het oude huis wonen met zijn gezin, jongste zus zal net als oudste zus intreden in het klooster. Jongste broer kijkt om zich heen en lijkt wat te willen gaan zeggen, maar trekt zijn woorden weer in. Het is dat zijn vrouw, van wie hij zielsveel houdt, niet wil emigreren, anders wist hij het wel. 
Er wonen weer kinderen in het oude huis. Ze lachen en rennen door de gangen. Opa, pet op, zit in de woonkamer televisie te kijken als de telefoon gaat. Het is de aannemer. Morgen zal hij langskomen om een schutting te plaatsen achter de tuinkamer. Opa knikt ja, het is goed. 

Na vier gelukkige jaren in het buitenland keren mijn ouders terug. Ik ben dan eindelijk geboren. Waar het avontuur begon eindigt het, in het oude huis, wachtend op de sleutels van een nieuw huis in een andere provincie. Mijn vader opent het hek en kijkt naar het huis. De wisteria is weg en de vijver gedempt. In de deuropening staat opa. Broer en schoonzus komen aanlopen om te helpen met de bagage. Ik zit in mijn loopstoeltje en sjees de tuin in. Twee kleine jongetjes verschuilen zich achter opa en kijken wantrouwend naar al die vreemde mensen. Op de veranda staat een box met een baby. Er nadert een Solex.

Daar houdt het op. Opa sterft een jaar later, op de dag van de eerste maanlanding, terwijl hij juist daarvoor een kleurentelevisie gekocht had. Het oude huis wordt opnieuw ingericht en de meubelen van opa en oma verdwijnen naar zolder. De betonnen schutting staat fier overeind. Geen van de kinderen mag met de modelspoorbaan spelen of op bezoek bij de oudste broer. De vrouw van de jongste broer wordt ziek en sterft, de jongste broer heeft dan al gebroken met zijn broers en zussen. De jongste zus verlaat het klooster en gaat in de buurt van een oudere broer wonen. De tweelingbroers bellen elkaar elke week maar zien elkaar pas weer dertien jaar later, in het buitenland. De eerste broer die vertrok keert nooit meer terug. Hij, de tweelingbroer van mijn vader en de jongste broer leven nog als het oude huis uiteindelijk verkocht wordt aan een projectontwikkelaar.


MEER

PARIJS
De oude man schuifelde over straat. Het was september, de zomerwarmte hing nog in de stad, maar de zon scheen vandaag niet. Hij was op weg naar Cimetière de Passy.
COMING OUT
Vanaf zijn geboorte was er iets aan de hand met A. In de wieg had hij geschreeuwd om niks, wat dan even abrupt ophield als het begonnen was. Zijn vader werd in één jaar tijd grijs
MEISJE
  Ik ben een meisje van achtentwintig en buiten is het een regenachtige zondag. Dat kan ik verder niet helpen, maar het is wel zo. Voor de vijfde keer vandaag luister ik naar Deep Dead Blue van Elvis Costello en Bill Frisell
THINGS IN OUTER SPACE
SOL 54, 9.50 uur Jacob uitgezwaaid bij de steiger. Hij was de laatste. De missie is over, ik ben de enige die hier achterblijft. Het is de bedoeling
HET ONGELUK
Vijfendertig dagen lag ze al in coma. Tenminste, dat vertelden de mensen rond haar bed. Ze wist wie ze waren: haar ouders, haar broer, haar vrienden. Ze zaten rond haar bed en praatten met elkaar en soms ook tegen haar
FAMILIEBERICHT: HET PORTRET
Het is een merkwaardig jaren zeventig portret van een familie op een kobaltblauwe, afgesleten velours bank met teakhouten armleuningen. Aan de muur boven de bank hangen twee papieren kerstklokken
FAMILIEBERICHT: DE BRUG
Ik werd geboren onder een brug. Tenminste, dat heb ik er in de loop der jaren van gemaakt. Niet zomaar één natuurlijk: ik ben geboren onder de Golden Gate en de lichtjes daarvan schijnen over mijn leven. America, America ...
ONDERWEG
Het was een krankzinnige setting. Ze waren in Hamburg. Tussen de bordelen en gokhallen op de Reeperbahn stond theater Tivoli
FAMILIEBERICHT: KERMIS
Wat ik me het best kan herinneren zijn de keren dat mijn broer mij meenam naar de kermis. Vaak gebeurde dat niet, want hij was me liever kwijt dan rijk in die jaren. (De kermis was fantastisch
WELKOM IN HET PARADIJS
Eleanor zit na haar scheiding al vijf jaar financieel aan de grond in Paradise. De ex betaalt soms zijn helft van de hypotheek en bijna nooit alimentatie. Ze staart uit het achterraam. De zon komt langzaam op boven Sawmill Peak.
Back to Top