MEISJE

Ik ben een meisje van achtentwintig en buiten is het een regenachtige zondag. Dat kan ik verder niet helpen, maar het is wel zo. Voor de vijfde keer vandaag luister ik naar Deep Dead Blue van Elvis Costello en Bill Frisell. Ik heet Saar en van onder naar boven draag ik Chinese slofjes, een panty (15 denier), een leren rokje en een comfortabele wollen trui met col. Mijn lippen zijn rood en mijn ogen, net als mijn kleren, zwart. Over een uur wordt ik verwacht op een feestje in stadsdeelkantoor Zuid ter ere van het vijfentwintigjarig jubileum van een bevriende boekverkoper. Ik denk niet dat ik ga; mijn vriendje met wie ik samenwoon zal de honeurs waar moeten nemen. Hij staat op het moment beneden onder de douche.

Gisteren hebben mijn vriendje en ik een feestje gegeven. Jij was daar ook. Je zat er een beetje verloren bij had ik het idee. Dat deed me pijn. Ik zie niet graag ongelukkige mensen; op ongelukkig zijn heb ik het alleenrecht, al jaren. Ik denk altijd maar dat als ik ongelukkig ben verder niemand het hoeft te zijn, dat is wel zo makkelijk. Daarom draai ik nu alleen nog maar Deep Dead Blue, een cadeautje dat ik gisteren kreeg en dat ik nu twee keer heb opgenomen op een cassettebandje, aan elke kant één keer, zodat ik niets meer hoef te doen om voortdurend van muziek voorzien te zijn. Mijn ghettoblaster heeft auto-reverse; een hele goede uitvinding is dat. Het is ook heel goed dat het buiten regent, dat het al oktober is en koud en dat Elvis Costello en Bill Frisell zo hun best doen.

Vanmorgen heb ik lang nagedacht over wat ik aan zou doen vandaag, want kleren maken niet alleen de man maar ook de vrouw en vandaag dus het meisje. Bij mij gebeurt nooit iets zomaar. Elke dag opnieuw wordt er gewikt en gewogen en besluit ik wie ik wil zijn die dag. Er zijn verschillende opties, variërend van nonchalant stoer tot supervrouwelijk en netjes. Ik praat naargelang mijn kleren. Soms kleed ik me voor iemand anders, maar meestal pakt dat niet goed uit. Dan ga ik stotteren en voel ik me lelijk en misplaatst. Het tegenovergestelde kortom van wat ik beoogde. De laatste tijd doe ik dat dan ook niet meer.

Ik ben een meisje en ik drink cola. Het is niet eenvoudig een meisje te zijn, of om te spelen dat je er één bent. Je moet je rokje gladtrekken als je op een stoel gaat zitten, je benen kuis over elkaar slaan en constant uitkijken dat je geen ladders in je panty krijgt. En dat zijn alleen nog maar de uiterlijke ongemakken; een meisje zijn is veel meer dan dat. Meisjes zijn erg gevoelig, op de eerste plaats. Dus als ze jou ongelukkig zien trekken ze zich dat aan. Verder zijn meisjes natuurlijk het liefst alleen, om zich onbegrepen en een beetje verdrietig te voelen terwijl ze met de poesjes spelen. De verkleinwoorden zijn essentieel in dit opzicht. Het liefst zou mijn meisje in een hoekje gaan zitten huilen, heel zacht zodat niemand het hoort. Meisjes overdrijven altijd verschrikkelijk en zijn heel egoïstisch eigenlijk en aanstellerig. Ze zijn zó gecompliceerd dat ze er zelf niets van begrijpen, wat hen logischerwijze goed uitkomt.

Mijn vriendje heeft geloof ik niet goed in de gaten met wie hij allemaal in huis woont. Gisteren bijvoorbeeld was ik de mooiste van het feestje, wat iets heel anders betekent dan je zo op het eerste gezicht zou vermoeden. Madonna had langs kunnen komen; mij had het niet uitgemaakt. En straks, als het donker is, ga ik wijn drinken en een film kijken en ben ik weer iemand anders. Misschien bel ik jou dan ook nog even, om te vragen hoe het gaat.

Het liefst zou ik in een heel groot mooi huis wonen, zoals vroeger aan de Koningsbergerstraat. Ik heb altijd al heel veel letterlijke ruimte nodig gehad om me als het ware in uit te kunnen breiden. Hoe meer vierkante meters hoe beter het met me gaat en hoe groter ik word. Ik zou overal klerenkasten neerzetten: voor elke emotie één, met overlappingsmogelijkheden. Dan zou ik me nooit meer ongelukkig voelen of overstuur raken van andermans misère.
    
Wat ik nog meer zou willen? Ik weet het niet. Een grote ijsco misschien, of wat meer fantasie. Het is niet voor niks dat ik meisje speel vandaag; de kleine Saar maakt zich niet druk om de toekomst of de wereld om haar heen, die heeft aan zichzelf genoeg.

Deep Dead Blue heb ik afgezet, het begon te vervelen. Als ik in de spiegel kijk zie ik alleen maar mezelf, en dat mijn leren rokje er niet mooier op wordt na een paar dagen intensief gebruik. Zo meteen maar iets anders aantrekken, denk ik, of gewoon in mijn pyama rond gaan lopen. Pyama’s hebben een hoog gezelligheidsgehalte en roepen beelden op van lange winteravonden waarop je niet naar buiten hoeft. Dat je dampend uit de douche komt waar je onder bent gaan staan na je werk, je flanellen pyama aantrekt en je op de bank tegen je vriendje nestelt om samen naar televisie te kijken, een boek te lezen, of zomaar wat te kletsen.

Ik zou ook mijn spijkerbroek aan kunnen doen en onder de koptelefoon muziek kunnen gaan luisteren, dat vind ik altijd erg leuk. Ik zou bier drinken en sigaretten roken en ondertussen naar MTV kijken. Dat werkt heel goed, clips zien waar de muziek niet bijpast. Soms krijg je de wonderlijkste combinaties op die manier. Mijn vriendje zou dan wel iets anders moeten doen natuurlijk, want we hebben maar één televisie in huis. In spijkerbroek en t-shirt voel ik me meestal het prettigst. Ik stel me voor dat ik alleen woon en dat er niemand is die me lastig valt of waarmee ik rekening hoef te houden. Ik kan chips eten, bier drinken, boeren laten en heel laat opblijven zonder dat het iemand stoort. Ik zou helemaal niet meer gevoelig zijn voor andermans sores en er zeker niet overstuur van raken. Hooguit zou ik iets verzinnen waar jij je beter door zou voelen, maar dan meer zoals vriendjes dat doen voor elkaar. Ik zou je bellen en grappen maken om je op te vrolijken denk ik, en wat gezonde ‘human interest’ vragen stellen. Misschien zou ik je zelfs voorstellen naar het café te gaan om ons te bezatten, als vriendendienst. Dan zouden we ook wat kunnen praten over de nieuwe cd van de Red Hot Chili Peppers en plezier maken om van alles en nog wat. Het zou goed zijn om er even uit te zijn.

In mijn spijkerbroek houd ik van voetbal, ruige grappen, literatuur waar je je best voor moet doen om het te begrijpen, harde popmuziek en gehaktballen met mosterd en wil ik heel vaak en lang vrijen, het liefst wanneer ik dronken ben. Verder hoef ik niet zoveel en interesseert me niet zoveel. Je zou kunnen zeggen dat ik meer een jongetje dan een meisje ben dan, eigenlijk. Een jongetje van zestien.

MEER

FAMILIEBERICHT: KERMIS
Wat ik me het best kan herinneren zijn de keren dat mijn broer mij meenam naar de kermis. Vaak gebeurde dat niet, want hij was me liever kwijt dan rijk in die jaren. (De kermis was fantastisch
HET ONGELUK
Vijfendertig dagen lag ze al in coma. Tenminste, dat vertelden de mensen rond haar bed. Ze wist wie ze waren: haar ouders, haar broer, haar vrienden. Ze zaten rond haar bed en praatten met elkaar en soms ook tegen haar
FAMILIEBERICHT: HET PORTRET
Het is een merkwaardig jaren zeventig portret van een familie op een kobaltblauwe, afgesleten velours bank met teakhouten armleuningen. Aan de muur boven de bank hangen twee papieren kerstklokken
COMING OUT
Vanaf zijn geboorte was er iets aan de hand met A. In de wieg had hij geschreeuwd om niks, wat dan even abrupt ophield als het begonnen was. Zijn vader werd in één jaar tijd grijs
HET OUDERLIJK HUIS VAN MIJN VADER
Het huis is oud. De grijze marmeren gang die dwars door het huis loopt is op plekken gebarsten. Rechts een deur naar de woonkamer, dan de trap, en voor het toilet een gangetje naar de keuken.
WELKOM IN HET PARADIJS
Eleanor zit na haar scheiding al vijf jaar financieel aan de grond in Paradise. De ex betaalt soms zijn helft van de hypotheek en bijna nooit alimentatie. Ze staart uit het achterraam. De zon komt langzaam op boven Sawmill Peak.
PARIJS
De oude man schuifelde over straat. Het was september, de zomerwarmte hing nog in de stad, maar de zon scheen vandaag niet. Hij was op weg naar Cimetière de Passy.
THINGS IN OUTER SPACE
SOL 54, 9.50 uur Jacob uitgezwaaid bij de steiger. Hij was de laatste. De missie is over, ik ben de enige die hier achterblijft. Het is de bedoeling
ONDERWEG
Het was een krankzinnige setting. Ze waren in Hamburg. Tussen de bordelen en gokhallen op de Reeperbahn stond theater Tivoli
FAMILIEBERICHT: DE BRUG
Ik werd geboren onder een brug. Tenminste, dat heb ik er in de loop der jaren van gemaakt. Niet zomaar één natuurlijk: ik ben geboren onder de Golden Gate en de lichtjes daarvan schijnen over mijn leven. America, America ...
Back to Top