4
Zondags was het feest in het ziekenhuis. Ze mocht uitslapen, waar ze weinig aan had, want sinds ze echt wakker was kon ze überhaupt niet of nauwelijks meer slapen, en bezoek was de hele dag welkom. Na één zondag had ze het wel gezien.
Regelmatig had Camille deze zondag het gevoel dat er iemand naar haar keek. Dat ze niet alleen in de kamer lag. Met een half oor luisterde ze naar haar vader, die zoals altijd veel te veel praatte om boeiend te kunnen blijven. Hij kon het niet zijn, want hij keek haar zelden aan, en ook het oude mannetje was nergens te bespeuren. Camille probeerde zich te concentreren op haar vader.
"...en morgen is je moeder jarig en het is zo vervelend dat je daar niet bij kunt zijn, vind je ook niet? Aan de andere kant is het misschien ook beter, want ze voelt zichzelf de laatste tijd niet erg goed. Je weet wel, haar maag..."
Camille dwaalde af.
"Vermoei ik je?"
Camille keek op.
"Vermoei ik je?"
"Nee hoor, je had het over mama. Hoe oud wordt ze eigenlijk?"
"Dat weet je best."
Camille wist het niet en nu ze erover nadacht wist ze ook niet hoe oud haar vader was.
"Kunnen jullie niet hierheen komen morgen? Dan ben ik er toch bij."
"Ik denk niet dat dat goed is voor mama. Niet in haar conditie. Ze heeft het er moeilijk mee. Het zou het alleen maar erger maken, denk je ook niet?"
Camille wist het niet. Weer had ze het gevoel dat er iemand naar haar keek. Met moeite draaide ze haar hoofd naar rechts, weg van het raam. Niemand te zien behalve haar vader die voor zich uit keek, langs haar heen. Hij merkte niet eens dat ze haar hoofd zijn kant op had gedraaid.
Regelmatig had Camille deze zondag het gevoel dat er iemand naar haar keek. Dat ze niet alleen in de kamer lag. Met een half oor luisterde ze naar haar vader, die zoals altijd veel te veel praatte om boeiend te kunnen blijven. Hij kon het niet zijn, want hij keek haar zelden aan, en ook het oude mannetje was nergens te bespeuren. Camille probeerde zich te concentreren op haar vader.
"...en morgen is je moeder jarig en het is zo vervelend dat je daar niet bij kunt zijn, vind je ook niet? Aan de andere kant is het misschien ook beter, want ze voelt zichzelf de laatste tijd niet erg goed. Je weet wel, haar maag..."
Camille dwaalde af.
"Vermoei ik je?"
Camille keek op.
"Vermoei ik je?"
"Nee hoor, je had het over mama. Hoe oud wordt ze eigenlijk?"
"Dat weet je best."
Camille wist het niet en nu ze erover nadacht wist ze ook niet hoe oud haar vader was.
"Kunnen jullie niet hierheen komen morgen? Dan ben ik er toch bij."
"Ik denk niet dat dat goed is voor mama. Niet in haar conditie. Ze heeft het er moeilijk mee. Het zou het alleen maar erger maken, denk je ook niet?"
Camille wist het niet. Weer had ze het gevoel dat er iemand naar haar keek. Met moeite draaide ze haar hoofd naar rechts, weg van het raam. Niemand te zien behalve haar vader die voor zich uit keek, langs haar heen. Hij merkte niet eens dat ze haar hoofd zijn kant op had gedraaid.