KAZEMAT 3 (DE OVERTOCHT)

Die dag was ik jarig. Op weg naar het botenhuis stopte ik bij café De Ster voor mijn eerste glas jenever. Het was acht uur en ik was al twee uur op. Zonder me te douchen of te scheren had ik om precies 3 minuten over 6 schone kleren aangetrokken en mijn snor en haren gekamd. Ik had niet in de spiegel gekeken, of in ieder geval nauwelijks. In de keuken was ik eieren gaan bakken en koffie gaan zetten. Om kwart over 6 zag ik mijn buurvrouw wegrijden naar haar werk. In het halve uur daarna zat ik aan tafel, at, en keek naar buiten. Ik zag de andere buurvrouw haar vuilniszakken buiten zetten, en mijn buurman haastig met zijn Mechelse herder naar het veldje lopen waarbij hij schichtig over zijn schouder keek. Ik luisterde naar de verkeersberichten op de radio en hoorde dat het veer op de wadden niet meer voer door de aanhoudende vorst. Breskens was neer. Om kwart voor 7 belde ik de weerdienst en mijn baas. Ik kreeg opdracht te komen, ze waren bezig het nachtijs te breken. In café De Ster nam ik nog een jenever en praatte kort met de waard, die me feliciteerde. Om half 9 was mijn stemming uitstekend toen ik weer in mijn auto stapte en langs de rivier naar het botenhuis reed. Precies om negen uur voer ik de haven uit naar de aanlegsteiger, 500 meter verder, waar de eerste mensen al stonden te wachten. Er stond een ijzige wind. Ik kon me niet herinneren het ooit zo koud gehad te hebben. 
Tot twaalf uur gebeurde er weinig. De passagiers reden af en aan en waren hooguit door de kou wat minder genegen hun raampje open te draaien wanneer ik langskwam om mijn geld te halen. Ik sprak met niemand langer dan noodzakelijk. Om één uur ging ik wat lunchen aan de wal, bij De Pont, een café waar ze onder andere toast met gehaktballen verkochten. De boot lag een uur stil en ik zag vanachter het raam van De Pont dat de ijsschotsen dicht begonnen te groeien. Om half twee meldde ik me telefonisch bij mijn baas, die actie beloofde te ondernemen. De waard van De Pont begon een praatje over het weer, dat deze winter nog niet zo bar geweest was. Ik bestelde een jenever en wachtte af. Uit de jukebox klonken de Pointer Sisters.
Tegen tweeën zag ik de ijsbreker aan komen varen. Ik rekende af en ging naar buiten, waar zich al mensen verzameld hadden. Eenmaal aan boord startte ik niet onmiddellijk de motor, maar wachtte tot de weg vrij was en de ijsbreker zich verwijderde. Ik begon hoofdpijn te krijgen en zette mijn zonnebril op. Toen ik de trap afdaalde naar het dek om het geld te halen verstapte ik me bijna. Het was beginnen te sneeuwen nu en ik kon de overkant van de rivier nauwelijks zien. Eenmaal weer boven liet ik met regelmatige tussenpozen de misthoorn klinken. Mijn zonnebril hield ik op, terwijl ik mijn schip naar de andere oever voer en daar aanlegde. De passagiers gingen van boord en er kwamen andere voor in de plaats. De rest van de dag bleef het sneeuwen. 
Om vijf uur - mijn hoofdpijn was ondertussen ondraaglijk geworden - kwam de aflossing niet opdagen. Ik belde naar het boothuis en hoorde dat de man betrokken was bij een slippartij. Over zijn toestand was niets bekend. De baas probeerde vervanging te vinden, wat moeilijk zou zijn, gezien de weersomstandigheden. Het begon langzaamaan donker te worden en er kwamen steeds minder passagiers de loopplank op. Pas rond zevenen drong het tot het me door dat het ijs aan het smelten was. De verandering  was zo geleidelijk gegaan dat het me niet opgevallen was. Daarbij droeg ik nog steeds mijn zonnebril, terwijl het al donker geworden was. 

De laatste tien minuten was het geschreeuw toegenomen. Zelfs als ik me concentreerde kon ik niet verstaan wat er geroepen werd. Aan de oevers stonden mensen. Ik vroeg me af waar ze op wachtten, terwijl ik het roer omgooide en richting boothuis voer. Het was een lange dag geweest. 
_Terwijl de eerste scheuren in de boeg zichtbaar begonnen te worden voelde hij moed opkomen. Hij zette zijn zonnebril af en keek vanuit de kajuit recht voor zich uit. Op de een of andere manier was hij de andere oever kwijt geraakt. Hij zag alleen water. Niets dan water. Achter hem hetzelfde. _

MEER

Back to Top